De wondere wereld van de lange(re) relatie - Deel I

Of, de wondere worsteling die een relatie is. Zo had de titel van dit stuk ook kunnen luiden. Want laten we wel wezen, een wonder is ‘t, een worsteling net zo goed. Regelmatig lijden we in stilte. Vaak ook samen. Vrijwel nooit delen we het met de wereld om ons heen. De vuile was hangen we niet buiten. Nee, oost west, thuis best. Dat is wat we laten zien. Maar ondertussen…

Laat ik dan maar eens eerlijk zijn over hoe het echt is, achter de deur van die prachtige drie-onder-één-kap-woning in De Bilt, het dorp waar de woningprijzen de afgelopen jaren volgens verschillende media het hardst gestegen zijn. Vertelt dat je iets over de staat van de relatie achter die deur, in die woning? Onze woning? Nee, dat doet het niet. Niet alleen. Het is wel hetgeen we graag laten zien, aan de buitenwereld. Wat hebben we het goed samen, hè? En begrijp me niet verkeerd, er is niets mis met dankbaar zijn voor dat wat je hebt. Integendeel zelfs, dankbaarheid is van levensbelang. Wel zou ik een lans willen breken voor meer openheid over dat wat zich allemaal achter die deur afspeelt. Dat wat het daglicht misschien niet kan verdragen. Of juist wel dus. De mens die tevoorschijn komt, laat mensen tevoorschijn komen.

Margo en ik worstelen bij de vleet. Met de regelmaat van de klok. Aan de basis staat vaak dat de één zich niet gezien of gehoord voelt door de ander. En dat uit zich in gekibbel over kleine dingen. Dat ik m’n schoenen niet uitdoe als ik van buiten kom. Dat Margo altijd mijn spullen ‘opruimt’ – lees: verstopt op plekken waar ik het nooit meer kan vinden. Maar ook over grote dingen. Dat ik weinig interesse toon in waar ze mee bezig is. Dat zij me niet de vrijheid geeft me te laten doen wat ik graag wil doen. Dat Margo druk gaat poetsen op momenten dat ze zich niet gezien voelt (om de lading van zo’n moment wat weg te nemen, noem ik haar dan vaak Mien Dobbelsteen, de – voor mijn generatie - welbekende schoonmaakster uit Zeg ‘ns Aaa). Dat ik Margo vanuit mijn hoofd ga uitleggen hoe het allemaal precies werkt hier op aarde als ik me niet gehoord voel (om de lading van zo’n moment wat weg te nemen, zegt zij dan vaak: ‘leg uit meester Joris’).

Dat laatste zit er zo sterk in bij mij. Ik neem extreem makkelijk plaats op de tribune. Wat (ook) heel functioneel is voor het werk dat ik doe. Maar het gebeurt (ook) in de arena. Juist daar, misschien wel. In mijn werk, thuis. Margo en ik hadden een paar weken terug een kennismaking met een relatietherapeute. Tijdens dat gesprek raakte iets Margo zodanig, dat ze emotioneel werd. Mijn reflex? Aan de relatietherapeute uitleggen wat er nou precies aan de hand was. Waar ik van wegga als ik dat doe? De emotie van Margo. Die van mezelf. Daar voel ik weerstand op. Terwijl ik in mijn werk dagelijks geconfronteerd word met heftige emoties bij mensen, me daar comfortabel bij voel. Onze relatietherapeute wees mij hier fijntjes op. Inderdaad, niets menselijks is de therapeut vreemd.

Verklaringen te over, ik heet niet voor niets meester Joris. Met als belangrijkste uitleg dat we weer wat meer de ruimte krijgen om naar onze eigen levens te kijken en naar dat van ons samen, en hoe we die in willen richten. In plaats van de blik vrijwel volledig naar beneden gericht te hebben, op het grootbrengen van Fenna en Indy. De bv Groenendijk-Snoek draaiende houden.

Niets komt zo dichtbij als thuis. En dus is de angst voor het uiteenspatten van het ideaalbeeld dat thuis moet zijn, veelal levensgroot. Met als gevolg dat we er krampachtig voor proberen te zorgen dat beeld (schijnbaar) in stand te houden door partner en gezin tevreden te houden (denk je). Maar waar blijven jullie? De partnerrelatie is de basis van ieder gezin. En blijft dat, ook als er kinderen zijn. Die gaat boven de ouder-kind relatie.

Margo en ik zijn goed in onszelf opnieuw uitvinden. In onze relatie opnieuw uitvinden. Onze ervaring is dat het loslaten van het idee dat wij het perfecte stel zijn dat elkaar nooit gaat verlaten, bevrijdend kan werken. Dat het belangrijker is dat je in gesprek blijft over dat wat je mist, en waar je nog naar verlangt. Hoe je samen je leven vorm wilt geven, maar ook apart. Iedere transformatie wordt vooraf gegaan door een crisis. Zonder wrijving geen glans. Geen intimiteit zonder strijd. Het zijn allemaal dooddoeners als je niet met de ander deelt wat er werkelijk in je omgaat. En dat op regelmatige basis doet. Hoe moeilijk dat ook is. Het zal lastig blijven je kwetsbaar op te stellen, zeker als de belangen zo groot zijn. ‘Hij is een pleitbezorger van kwetsbaarheid, al blijft het uiten daarvan voor hemzelf ook een eeuwige strijd,’ liet deze Sinterklaas optekenen in een gedicht aan Margo…

a5a11e1b cd63 4cda 8aaf 0a9b3b4e9b00

Het is onze droom om ooit samen ergens een pand te openen waar we onze krachten kunnen bundelen. In het bos en/of aan zee (in het midden uitkomen is misschien wel niet altijd haalbaar…). Om daar samen relatieretraites te gaan geven. Een APK voor jou en je partner. Misschien is die droom wel dichterbij dan we denken…

Sail away with me honey
I put my heart in your hands
Sail away with me honey now, now, now
Sail away with me
What will be will be

I wanna hold you now, now, now

Sail away, David Gray.

PS: die kennismaking met die relatietherapeute was aanleiding voor een vervolg, afgelopen weekend zijn we met z’n tweeën voor een weekend naar Limburg vertrokken om ons onder te dompelen in….ons. Laten we van de nood dan toch vooral een deugd maken. Als we, naast het opnieuw uitvinden van onszelf en van onze relatie, ergens goed in zijn dan is het in vieren van het leven. Hoe het in Limburg was? Dat is onderwerp van een volgend stuk.

Afdrukken E-mail

Leven en werken in het ritme van de seizoenen - Winter: 05/01 t/m 04/02

De volgende in de cyclus van de seizoenen, de periode van vijf januari tot en met vier februari. Volgens Jaap Voigt, auteur van het prachtige en voor mijn dagelijks leven leidende werk ‘Leven en werken in het ritme van de seizoenen’, is dit de tijd van de winterslaap. Het is de tijd waarin de energie wordt opgebouwd zodat het leven als vanzelf kan terugkeren. De periode waarin iets uit het niets geboren kan worden, waarin het allerprilste begin van leven begint terug te keren. Het is leven dat nog niet in beweging is gekomen en dat zeker nog geen vorm heeft aangenomen. Tegen eind januari zou de kernvraag moeten zijn: wat wenst er door mij heen geboren te worden?  

Als ik nu antwoord zou moeten geven op die vraag (wat dus eigenlijk niet de bedoeling is, omdat het nog geen eind januari is, maar vooruit), dan kom ik op de volgende flarden uit. Ik wil nog meer kijken hoe ik vrijheid een plek kan geven in mijn persoonlijke en professionele leven. Zou de magische werking van (Young) CALL meer met de wereld willen delen. Ga nog meer ruimte maken voor het begeleiden van groepen, in de vorm van het geven van trainingen, trainingen in persoonlijk leiderschap, persoonlijke groei. En tot slot meer doen met de inspiratie die me is toegevallen op het gebied van schrijven. Hoe precies, dat is van later zorg. Want winter. Voor nu is het voldoende te kijken naar wat er wenst geboren te worden.

Dat niet-weten, dat is voor ons een groot taboe en bijna niet uit te houden. De drang om het in te vullen zodat je het wel weet, is zeer sterk. De kunst is de weg te gaan van weten naar niet-weten. Dat is voor ons een oefening in het uithouden van de spanning die het niet-weten oproept. Maar het is de enige wijze waarop het autonome proces de ruimte krijgt. ‘Als, wanneer we een berg beklimmen in de richting van een ster, de reiziger te geobsedeerd is met het probleem van klimmen, dan loopt hij het risico dat hij vergeet welke ster hem leidt’ (Antoine de Saint-Exupéry in zijn kleine prins).

Het is zoals bij creativiteit: vaak komen de beste ideeën in je op, juist op een moment dat je helemaal niet met je vragen of problemen bezig bent. Ene Einstein zei ooit: ‘we cannot solve our problems with the same thinking we used when we created them.’ Als ik ergens mee worstel, is buiten mijn haven. Vaak ga ik dan een rondje hardlopen, of al dan niet meditatief wandelen. En regelmatig heb ik dan van die momenten dat er ineens als uit het niets iets tot me valt waarvan ik me later realiseer dat het weleens de oplossing kon zijn voor hetgeen ik op aan het kauwen was.

6c17cbbd 587d 4efe 8366 a5f494524d33

Ik snap dat bovenstaande voor veel mensen veel te weinig concreet is. Om deze mensen enigszins tegemoet te komen, het volgende praktische advies. Neem in het eerste of tweede weekend van januari even de tijd voor wat aantekeningen: wat heb je in deze lege periode beleefd? Kijk terug, maak de balans op, permitteer je geen oordeel. Neem gewoon waar wat er gebeurde, wat je deed, wat je niet deed, wat je beleefde. Leg je verkeerde gewoontes zo goed mogelijk af en versterk je goede gewoontes. Leg je toe op rust en slaap veel. Weet in contacten met anderen wat jij nodig hebt, zorg goed voor jezelf. Daar heeft ook de ander vaak direct plezier van. En jij blijft in al je openheid toch helemaal op eigen benen staan. Let er in deze tijd ook op dat je niet meteen meegaat met de eerste de beste verleiding. Het gaat over een ontvankelijkheid die afgebakend is: vermeng je niet met anderen. Sta wel open, maar baken je af: ken je grenzen, blijf gecenterd. 

En voor de mensen die niet kunnen wachten op het einde van de winter, of de start van de lente, houd moed. De energetische lente staat voor de deur, en zal onderwerp zijn van het volgende stuk over leven en werken in het ritme van de seizoenen. Daarover ter afsluiting een mooi verhaal uit het prentenboek van Leo Lionni, over Frederick de Muis:

Rondom de weide waar de koeien graasden en de paarden draafden, stond een muur van oude, oude stenen. En in die muur, vlakbij de schuur met de graanzolder, woonden de veldmuizen, een babbelziek gezinnetje. Maar de boeren waren er weggetrokken, de schuur lag verlaten en de graanzolder was leeg. De winter stond voor de deur, en de kleine muizen begonnen koren te verzamelen en noten en tarwe en stro. Allemaal werkten ze dag en nacht. Allemaal - behalve Frederick.

‘Waarom werk jij niet, Frederick?' vroegen ze. ‘Ik werk toch', zei Frederick. ‘Ik verzamel zonnestralen voor de koude, donkere wintertijd.' En toen ze zagen hoe Federick daar maar zat en naar de weide tuurde, vroegen ze: ‘En nu dan, Frederick?' ‘Nu verzamel ik kleuren', zei Frederick kalm. ‘Want in de winter is alles grauw.' En één keer leek het zelfs of Frederick bijna sliep. ‘Droom je soms, Frederick?' vroegen ze verwijtend. Maar Frederick zei: ‘O nee. Ik verzamel woorden. Want de winter heeft vele en lange dagen, en dan weten wij niets meer te zeggen misschien.'

Toen kwam de winter en de eerste sneeuw, en de vijf kleine veldmuizen zochten hun schuilplaats op tussen de stenen van de oude muur. In de eerste tijd was er eten genoeg. De muizen vertelden elkaar van domme vossen en malle katers en ze waren erg gelukkig samen. Maar beetje bij beetje hadden ze haast alle noten en bessen opgeknabbeld, er was geen stro meer, en hoe koren er eigenlijk uitzag, dat waren ze bijna vergeten. Ze hadden het koud tussen de stenen, en babbelen deden ze geen van allen meer.

Toen dachten ze opeens weer aan Frederick, en wat hij gezegd had over zonnestralen en kleuren en woorden. ‘Hoe staat het met jouw voorraad, Frederick?' vroegen ze. ‘Doe je ogen maar dicht', zei Frederick, en hij klauterde op een grote steen. ‘Nu stuur ik jullie mijn zonnestralen. Voel je hun warmte, hun gouden gloed...' En terwijl Frederick sprak van zon en zomer, werden de vier kleine muizen al warmer en warmer. ‘En de kleuren, Frederick, de kleuren?' vroegen ze ongeduldig. ‘Doe je ogen maar weer dicht', zei Frederick. En hij vertelde over de blauwe korenbloem, de rode klaprozen in het gele graan en het groene blad van de bessenstruik. Toen zagen ze al die kleuren weer voor zich, zo duidelijk alsof hun eigen gedachten ermee opgeschilderd waren. ‘En de woorden, Frederick?' Frederick schraapte zijn keeltje, wachtte even en toen, alsof hij op een toneel stond, begon hij: ‘De winter is zo lang en koud. En muizen zijn maar klein. Het valt niet mee, o nee, o nee, om nu een muis te zijn. Maar we zijn met ons vijven, in een holletje van steen; dat maakt een heel verschil, want zo is geen van ons alleen. Wij dromen van de zonneschijn, van graan en beukennootjes; daar krijg je warme oortjes van, en warme muizenpootjes. Nog eventjes, nog eventjes, de lente komt eraan! Dan wordt het weer een leventje van zonneschijn en graan!' Toen het uit was, begonnen ze allemaal te klappen. ‘Frederick', riepen ze, ‘je bent een dichter!' En Frederick bloosde, en boog, en zei verlegen: ‘Ik weet het...’

Afdrukken E-mail

In de schaduw is waar je (ook) moet zijn…

Afgelopen week was het zo ver. De derde module van Young CALL 9. De module waarin we aan de slag gaan met datgene wat je in de weg staat om daar te komen waar je zo graag wilt zijn. Angsten en onzekerheden, blokkades en belemmeringen. De pijn opzoeken. Steevast de module waar deelnemers tegen opkijken. Waarom zou ik dat moeten willen, hoor ik je denken? Omdat precies daar de oogst het grootst is. Het is vrijwel altijd ook de module waarin voor het eerst echt heelheid wordt ervaren.

‘Beter een heel mens dan een goed mens.’ Het gedachtegoed van Carl Gustav Jung is één van de pilaren binnen de beweging die CALL graag wil zijn. Wij mensen zetten, net als buurtsupers dat doen met hun mooiste fruit, graag dat wat we zo waarderen aan onszelf, in de etalage. Het fruit wat dan even verderop in de winkel ligt, ziet er al ietsje minder appetijtelijk uit. Maar kom je in het magazijn, dan weet je niet wat je ziet. De rotte en beurse plekken tieren er welig.

Zo is het ook met de mens. Hoe we onszelf graag zien, dat tonen we. De delen in onszelf waar we ons voor schamen, verstoppen we. In het magazijn. Houden we angstvallig verborgen. Jung noemt dat schaduwkanten. Het is dat deel van jezelf dat je niet wilt zijn. Het vervelende is, je bent het niet alleen, je komt er ook niet meer vanaf. Nooit meer. Dus je kunt er maar beter vrienden mee worden.

Jon Kabat-Zinn, (één van) de grondlegger(s) van de mindfulness-beweging, zei ooit ‘lijden = pijn x verzet.’ Hoe meer jij je verzet, hoe groter je lijden. Als je door de regen fietst, en je vloekt in stilte (of hardop), vergroot je je lijden. Kinderen springen nog eens een keer extra in een plas, met minimaal of geen lijden als gevolg (voor de kinderen, de ouders laat ik hier maar even buiten beschouwing ;-)). Wij nemen de verkeerde afslag als we ons verzetten tegen pijn. Als we onze schaduwkanten in het donker laten. Door ze bewust niet te willen laten zien aan de wereld. Het accepteren van je schaduw is moeilijk, en zal dat de rest van je leven ook blijven. Maar het is wel de weg.

In de briljante documentaire ‘Stutz’ (die voor iedere begeleider maar eigenlijk voor ieder mens verplichte kost zou moeten zijn) spoort de gelijknamige psychiater Phil Stutz zijn cliënt Jonah Hill aan in gesprek te gaan met zijn schaduw. Dat is precies wat we doen tijdens de derde module van Young CALL. Je spoort je schaduwkanten op met de andere deelnemers in de groep, diept ze in klein comité uit en zet ze vervolgens in de groep in het licht. Het doel is in harmonie te zijn met je schaduw, pas dan ervaar je heelheid.

Zelf kwam ik er tijdens mijn reis bij Young CALL tot mijn grote schrik achter dat ik maar wat rigide kan zijn. Wat ik graag aan de wereld laat zien, is hoe flexibel ik wel niet ben. Hoe vrij ik me door het leven beweeg. Ik rigide? Dan heb je toch echt niet goed gekeken. Terwijl ik extreem van de structuur kan zijn als het bijvoorbeeld aankomt op het voorbereiden van een marathon, in het bedrijven van mijn sport(en). Ik alles tot op de kilometer en de seconde nauwkeurig voorbereid en uitvoer. Compleet met bijbehorend eet-, drink- en slaappatroon. Uit voorzorg iedere twee weken naar de fysiotherapeut ga. Hoe rigide wil je het hebben? Door het maar gewoon te accepteren, mag het er zijn. En kan ik zijn wie ik ben. Zonder zelfafwijzing.

De huidige leergang Young CALL is inmiddels over de helft, wat nog volgt zijn een afsluitende vierde module, en een natuurmodule. Dat betekent ook dat de volgende leergang voor de deur staat. Maandag 13 en dinsdag 14 september zal er een nieuwe groep beginnen aan deze levensveranderende reis. Een groep waarin niet één, niet twee, maar drie partners van oud-deelnemers de sprong wagen. Wat een groot compliment. Wil jij daaraan deelnemen? Zijn er mensen in je omgeving die je deze reis zou gunnen? Werknemers in je organisatie? Voel je vrij, om contact op te nemen of om daarover van gedachten te wisselen met ons!

ff3758383f3c3739d53221b6d781a026

Bovenstaande foto is het eerste wat ik zie op mijn bureaublad als ik m’n laptop opensla. Het waren de laatste woorden van begeleiders Jeannette en Aleida tijdens mijn reis bij Young CALL 5. Ik zal ze nooit vergeten.

Afdrukken E-mail

Joris GroenendijkJoris Groenendijk

Bezoekadres:

Provincialeweg 24
3981 AP Bunnik

joris@ruimtevoormeer.nl
06-12 60 18 19

nieuwsbriefOp de hoogte blijven?

Schrijf je hier in voor de Hersenspinsels van Ruimte voor Meer!

Naam *
Voer naam in
E-mail *
Voer e-mailadres in.